In onze blog ‘De kracht van diagnostiek bij praktijk Op-Maat-Gemaakt’ hebben we uitgelegd hoe we bij praktijk Op-Maat-Gemaakt aankijken tegen diagnostiek, of onderzoek. In deze blog vertellen we je hoe we onze visie vertalen naar een diagnostiek-traject waarbinnen het kind centraal staat en dat de basis legt voor groei en ontplooiing van binnenuit. Want daar draait het bij ons om.
Diagnostiek-traject op maat
Soms voelt je kind zich niet fijn en zie je als ouders dat er thuis en/of op school belemmeringen zijn, zonder dat duidelijk is hoe dat nu komt. Dat is een grote zorg en dan is het goed om hier onderzoek naar te doen, altijd in overleg met de ouders en het kind zelf. Een diagnostiek-traject bij kinderen begint bij ons met een intake. We vragen ouders eerst een intakeformulier in te vullen. Daarop kunnen zij allerlei informatie kwijt over de ontwikkeling en de omgeving van hun kind. Dit gebruiken we als basis voor het intakegesprek, waarin we samen dieper ingaan op de zorgen die er zijn en de klachten die iemand ervaart. Denk hierbij aan vragen als: Wat maakt dat je hier zit? Wat zijn bijzonderheden die je zelf ervaart? Hoe kijk je als ouder naar je kind? En wat zijn de krachten van je kind? Afhankelijk van de leeftijd van het kind en de wens van ouders, zijn kinderen al dan niet bij de intake aanwezig. Jonge kinderen zijn niet bij de intake. Oudere kinderen, vanaf de middelbare schoolleeftijd, vragen we er meestal wel bij, omdat zij het onderzoek vaak ook zelf graag willen en belangrijke input leveren. Na de intake begint een traject op maat.
Het ene brein is het andere niet
In elk individueel traject zetten we vragenlijsten uit, vertelt Lonneke Goedman, GZ-psycholoog Kind en Jeugd en onze praktijkhouder. “Bijvoorbeeld bij de leraren op school. Deze lijsten gebruiken we vooral om te screenen op kenmerken van bijvoorbeeld AD(H)D, autisme of hoogbegaafdheid en om scherp te krijgen waar we op moeten inzoomen. Bij jonge kinderen doen we vaak een observatie in de klas en spreken we de meester of juf over wat hen opvalt. Na de vragenlijsten en de gesprekken volgt een testonderzoek. Bijna altijd doen we eerst een IQ-test. Het gaat ons niet om een IQ-score, maar om hoe een kind informatie verwerkt en om zicht te krijgen op de sterke en minder sterke kanten van het kind. Kan het informatie goed onthouden en reproduceren? Zo krijgen we beter zicht op hoe het brein van het kind werkt.”
Op basis van de vragenlijsten en onze interpretatie van de uitkomsten van de intelligentietest, die officieel de WISC-V-test heet, kunnen we daarna nog specifiek onderzoek doen naar andere sterke of juist zwakkere schakels in het functioneren van een kind. Denk hierbij aan aandacht en concentratie of het vermogen om te plannen, te organiseren en na te denken voordat je iets doet. “Zijn er bijvoorbeeld aanwijzingen voor ADHD, dan hebben we gerichte onderzoeksinstrumenten in huis om dat betrouwbaar te kunnen meten.”
Ons einddoel is niet een diagnose
Uiteindelijk voegen we alle informatie uit de gesprekken met ouders en de school, de vragenlijsten en onze testen en observaties samen. Soms levert dit een DSM-5 classificatie op, zoals ADHD, autisme of hoogbegaafdheid. In die gevallen doen we altijd aan psycho-educatie. We leggen aan de ouders en het kind uit wat de diagnose precies betekent. Hoe werkt het in je brein en welke gevolgen heeft het voor jou, je ouders en je school? Hoe kunnen jullie er elk op je eigen manier het beste mee omgaan? Bij vooral jonge kinderen plannen we ook nog een adviserend schoolgesprek in, zodat we de juf of de meester kunnen ondersteunen in de juiste begeleiding en bejegening naar het kind toe.
“Als we onvoldoende aanwijzingen zien voor een DSM-5 classificatie, bijvoorbeeld ADHD, dan maken we altijd een beschrijvende diagnose. Onze insteek is immers dat het kind zich weer lekker gaat voelen en dat we handvatten krijgen om verder te kunnen; daar is niet altijd een concrete diagnose voor nodig. We bespreken ook dan met de ouders wat we zien en we geven advies, maar niet toegespitst op een specifieke stoornis. Bij twijfel of een diffuus beeld waarbij allerlei symptomen door elkaar lopen, kan kinderpsychiater Marie-Lies helpen om het kind zo goed mogelijk te kunnen begrijpen.”
In onze diagnostiek staat het kind centraal
Kinderen passen niet in een keurslijf. Daarom is ons diagnostiek-traject voor iedereen anders en is de duur ervan ook verschillend. Om toch een idee te geven: meestal duurt het traject van intake tot het adviesgesprek ongeveer zes weken, maar dit is dus niet in beton gegoten. Lonneke: “Mijn collega Marjolein was onlangs bezig met onderzoek, maar het jochie was heel moe. Niet fijn voor het kind en ook niet goed voor de betrouwbaarheid van onze metingen. Daarom heeft ze voorgesteld om het onderzoek uit te stellen, zodat het jongetje kon bijslapen. Het kind staat altijd en in alle opzichten centraal. Dat maakt dat het diagnostiek-traject bij ons echt een persoonlijk jasje is dat precies past.”
Tip
Wil je je goed voorbereiden op het intakegesprek? Zet dan voor jezelf alvast het een en ander op papier. Wat valt voor jou bijvoorbeeld het meeste op in de ontwikkeling van je kind. Op welke vraag zou je aan het eind van het onderzoek het liefste antwoord willen hebben? En wat gun je je kind?